Openingstoespraak 10 maart 2017 Royal Commission Australië
Openingstoespraak van
Senior Counsel Assisting Mr. Angus Stewart, bij de hoorzitting op 10 maart
2017, Case Study 54 van de Royal
Commission inzake Jehovah’s Getuigen.
(de verantwoordelijkheid
voor de vertaling is van mij)
A.
INTRODUCTIE
Edelachtbare,
commissarissen,
1. Dit is de 54e
Case Study van de Royal Commission.
2. Deze hoorzitting zal
onderzoeken de Jehovah’s Getuigen en de Watchtower Bible and Tract Society of
Australia Limited, waarnaar ik zal verwijzen als Wachttoren Australië. Het
volgt het onderzoek van de Royal Commission naar de Jehovah’s Getuigen en
Wachttoren Australië in Case Study 29.
3. Die Case Study betrof
de reacties van de Jehovah's Getuigen en Wachttoren Australië op beschuldigingen, meldingen en
klachten van seksueel misbruik van kinderen binnen de organisatie. Die openbare
hoorzitting vond plaats in Sydney in juli en augustus 2015. Het verslag werd
ingediend in het Parlement op 28 november 2016.
4.
In deze hoorzitting zal de Royal Commission onderzoek doen naar de volgende
onderwerpen:
a. het huidige
beleid en de procedures van de Jehovah's Getuigen en Wachttoren Australië met
betrekking tot de bescherming van kinderen en kindveilige normen, waaronder het
reageren op beschuldigingen van seksueel misbruik;
b. factoren die mogelijk van invloed zijn op de institutionele
reactie van de Jehovah's Getuigen en Wachttoren Australië naar seksueel
misbruik van kinderen;
c. de reacties van de Jehovah's Getuigen en Wachttoren
Australië op Case Study 29 en andere verslagen van de Royal Commission;
d. hoe de Jehovah's Getuigen en Wachttoren
Australië alle factoren die de Royal Commisson nodig acht in het creëren van een
kindveilige instelling hebben aangepakt of voorstellen aan te pakken; en
e. de kwestie van
schadeloosstelling en de reacties van de Jehovah's Getuigen en Wachttoren
Australië op civiele vorderingen door slachtoffers van seksueel misbruik.
5.
De Royal Commission zal het getuigenis horen van twee hooggeplaatste leden van
de Jehovah’s Getuigen:
a. De heer Terrence
O’Brien, een directeur van Wachttoren Australië, en lid en de coördinator van
het Australische bijkantoorcomité en
b. De heer Rodney
Spinks, een hooggeplaatste Servicedesk medewerker van Wachttoren Australië.
6.
Ik zal nu kort de structuur en het bestuur van de organisatie van Jehovah’s
Getuigen uitleggen.
B.
JEHOVAH’S
GETUIGEN HEDEN
7.
Jehovah’s Getuigen werden opgericht in de Verenigde Staten aan het eind van de
19e eeuw en zijn in Australië actief geweest sinds 1896. Wachttoren
Australië is de rechtspersoon van Jehovah’s Getuigen in Australië.
8.
De wereldwijde activiteiten van de Jehovah’s Getuigen staan onder toezicht van
het Besturend Lichaam, een raad van ouderlingen gevestigd in de Verenigde
Staten. Het Besturend Lichaam is verantwoordelijk voor de uiteindelijke en
gezaghebbende interpretatie van de Schrift en voor de ontwikkeling en
bekendmaking van het beleid van Jehovah’s Getuigen. Het Besturend Lichaam houdt
toezicht op meer dan 90 afdelingen, waaronder de Australische.
9.
Gezien het feit dat het Besturend Lichaam in de Verenigde Staten is gevestigd,
heeft de Royal Commission niet de bevoegdheid een lid van het Besturend Lichaam
te dwingen getuigenis te geven op deze hoorzitting. Niettemin heeft de Royal
Commission op 16 januari van dit jaar Wachttoren Australië geschreven met het
verzoek dat een lid van het Besturend Lichaam beschikbaar zou zijn voor het
geven van getuigenis op deze hoorzitting, hetzij in persoon of via een video link.
Op 31 januari bracht Wachttoren Australië de Royal Commission op de hoogte dat
er geen lid van het Besturend Lichaam beschikbaar zou zijn om te getuigen. Die
zaak valt ernstig te betreuren, gezien de mate waarin de Australische afdeling
onderworpen is aan de controle van het Besturend Lichaam op het gebied van
beleid, procedures en uitvoering.
10.
Het Australische bijkantoor is het hoofdkwartier voor de Jehovah’s Getuigen in
Australië. Het wordt beheerd door het Australische bijkantoorcomité en
coördineert de activiteiten van alle gemeenten in Australië.
11.
Gemeenten zijn groepen van leden van Jehovah’s Getuigen, bestaande uit
verkondigers, ‘dienaren in de bediening’ en ouderlingen. Op dit moment zijn er
ongeveer 821 gemeenten in Australië, met ongeveer 67.000 actieve leden.
12.
Gemeentelijke verantwoordelijkheden vallen onder ouderlingen en ‘dienaren in de
bediening’, die alleen maar mannelijke leden van de gemeente kunnen zijn. Elke
gemeente staat onder toezicht van een lichaam van ouderlingen, die, zoals wordt
gezegd, de gemeente ‘herderlijk’ leiden en toezien op geestelijke zaken.
Dienaren in de bediening zorgen voor ondersteuning en praktische assistentie
aan ouderlingen en de gemeente.
13.
De belangrijkste overtuigingen van de Jehovah’s Getuigen omvatten een letterlijke
interpretatie van de Bijbel en vertrouwen op eerste-eeuwse Bijbelse principes
voor het vaststellen van beleid, procedures en uitvoering.
C.
CASE STUDY 29
14.
Case Study 29 onderzocht onder meer de ervaringen van een aantal slachtoffers
van seksueel kindermisbruik binnen de organisatie van Jehovah’s Getuigen. Dit betrof een onderzoek van de systemen, het
beleid en de procedures binnen de organisatie aangaande het naar voren brengen
en reageren op beschuldigingen van seksueel misbruik van kinderen en aangaande
de preventie van seksueel misbruik van kinderen binnen de organisatie.
15.
De Royal Commission constateerde dat Jehovah’s Getuigen niet adequaat reageren
op seksueel misbruik van kinderen en kinderen niet voldoende beschermen tegen
het risico van seksueel misbruik. De Royal Commission vond in het bijzonder de
volgende problemen in beleid en
praktijken in de reacties van Jehovah’s Getuigen op seksueel misbruik van
kinderen:
a. de organisatie heeft
niet het beleid om seksueel misbruik van kinderen aan de politie of een andere
autoriteit te rapporteren;
b. vóór 1998 werd er
van een slachtoffer van seksueel misbruik verlangd haar bewering te doen in
aanwezigheid van haar misbruiker;
c. als de
beschuldigde niet bekent, is er een inflexibel vereiste dat er ten minste twee
ooggetuigen van een incident van seksueel misbruik zijn, of twee of meer
getuigen van een ander incident van seksueel misbruik, voordat de verdachte kan
worden behandeld volgens het interne disciplinaire systeem van de organisatie. (Ik
zal hiernaar verwijzen als de twee getuigenregel);
d. vrouwen zijn
afwezig bij het besluitvormingsproces van het interne disciplinaire systeem;
e. er is geen
duidelijke voorziening dat een slachtoffer vergezeld kan gaan door een
ondersteunend persoon tijdens het interne disciplinaire proces;
f.
heeft de organisatie een beperkt en ineffectief
risicomanagement; en
g. de organisatie
heeft een beleid en praktijd van sociaal mijden van diegenen die de organisatie
wensen te verlaten, waaronder slachtoffers van seksueel misbruik.
16.
In de loop van de openbare hoorzitting in Case Study 29, gaven hooggeplaatste
vertegenwoordigers van de Jehovah’s Getuigen een aantal toezeggingen met
betrekking tot de voorgestelde hervormingen van het beleid en de procedures ter
bescherming van kinderen bij Jehovah’s Getuigen, ook met betrekking tot:
a. verplichte
rapportage,
b. de consolidering
van verschillende bronnen van beleid en procedures in een gebruiksvriendelijke
bron, niet alleen voor ouderlingen maar ook voor de slachtoffers en de ouders;
en
c. de rol van
vrouwen in het onderzoek naar seksueel kindermisbruik.
17.
Elk van deze zaken zal worden onderzocht
tijdens deze hoorzitting.
D.
HUIDIG BELEID EN
PROCEDURES
18.
Deze beoordelende hoorzitting zal de acties onderzoeken die Jehovah’s Getuigen
hebben gedaan in reactie op de bevindingen, aanbevelingen en toezeggingen van
Case Study 29.
19.
De Royal Commission verwacht het getuigenis te horen dat Jehovah’s Getuigen
hebben geleerd van hun deelname aan Case Study 29 dat “sommige van hun beleid
en procedures over seksueel misbruik van kinderen niet goed werden begrepen en beter
aan de ouderlingen en leden van de gemeente dienen te worden meegedeeld”.
20.
De Royal Commission zal horen, dat in reactie op Case Study 29, Jehovah’s
Getuigen hun beleid en procedures aangaande seksueel misbruik van kinderen
hebben beoordeeld, verduidelijkt, verfijnd en geconsolideerd, om, zoals zij het zeggen, zo goed als mogelijk is
de veiligheid van kinderen te verzekeren voor zover Jehovah’s Getuigen hiertoe
in staat zijn, in overeenstemming met hun op de Bijbel gebaseerde geloof.
21.
De Royal Commission zal het getuigenis horen dat, sinds Case Study 29, de
Jehovah’s Getuigen twee nieuwe documenten hebben gepubliceerd die samen een
overzicht geven van hoe de organisatie kindveilig is:
a. een brief van
Wachttoren Australië aan alle lichamen van ouderlingen, getiteld “Bescherming
van minderjarigen tegen misbruik”, gedateerd 1 augustus 2016, die, zoals de
Royal Commission zal horen, werd verzonden in soortgelijke vorm aan
gemeenteouderlingen over de hele wereld om ouderlingen te helpen reageren op
beschuldigingen van seksueel kindermisbruik; en
b. de Child
Protection Guidelines voor bijkantoor Servicedesks, die werd verzonden naar
alle bijkantoren wereldwijd om naleving van in de brief van 1 augustus 2016
vastgelegde beleid en procedures te bevorderen.
22.
Bovendien verwacht de Royal Commission te horen dat Jehovah’s Getuigen
artikelen en video’s hebben gepubliceerd en verspreid om ouders en kinderen te
informeren over de gevaren van seksueel misbruik en de veiligheid van kinderen
te bevorderen.
23.
Deze hoorzitting zal de toereikendheid van dit beleid onderzoeken. De Royal
Commission zal horen dat er een verschil is in het niveau van beleidsdetails
gecommuniceerd aan Servicedesks en ouderlingen, in vergelijking met de
gemeente.
24.
Deze week leverde Wachttoren Australië de Royal Commission een document met de
titel “Child Safeguarding Policy of Jehovah’s Witnesses in Australia”. Begrepen
wordt dat het een onlangs aangenomen beleid is bedoeld voor verspreiding aan
gemeenten in Australië. Het document wordt als bewijs aangevoerd.
E.
REACTIES OP
BEVINDINGEN & AANBEVELINGEN
25.
De Royal Commission wordt verwacht het getuigenis te horen dat Jehovah’s
Getuigen geloven dat er geen belemmeringen zijn voor het ontwikkelen en
uitvoeren van reacties op de meeste zorgen uit Case Study 29. Desondanks zal de
Royal Commission horen dat Jehovah’s Getuigen er niet in geslaagd zijn veel van
de aanbevelingen van Case Study 29 aan te pakken.
Confrontatie slachtoffer met misbruiker
26.
Ten eerste, beval de Royal Commission aan dat het schriftelijke beleid van
Jehovah’s Getuigen duidelijk moet aangeven dat niet langer van een aanklager
van seksueel kindermisbruik wordt verlangd de dader te confronteren, en dat
leden van de organisatie moeten worden geïnformeerd over dit recht. De Royal Commission zal horen dat, hoewel dit
beleid is gewijzigd, het tot nu toe alleen schriftelijk is meegedeeld aan
ouderlingen en niet aan de leden van Jehovah’s Getuigen in het algemeen.
Twee getuigenregel
27.
Ten tweede heeft de Royal Commission aanbevolen dat Jehovah’s Getuigen de twee
getuigenregel herzien en de toepassing ervan wijzigen in gevallen waarin er een
klacht is van een kind aangaande seksueel misbruik. De Royal Commission wordt
verwacht te horen dat Jehovah’s Getuigen van mening zijn dat zij ‘verhinderd
zijn door de Heilige Schrift tot het veranderen van de toepassing van de twee
getuigenregel’.
Uitsluiting van vrouwen
28.Ten
derde heeft de Royal Commission aanbevolen dat Jehovah’s Getuigen zoeken naar
manieren om vrouwen te betrekken in het onderzoek en de beoordeling van de
geloofwaardigheid van beschuldigingen van seksueel misbruik van kinderen. De
Royal Commission wordt verwacht te horen dat Jehovah’s Getuigen de participatie
van vrouwen beperken bij het bekendmaken van beschuldigingen aan ouderlingen en
het ondersteunen van de aanklager.
Steunpersoon
29.
Ten vierde heeft de Royal Commission aanbevolen dat Jehovah’s Getuigen formeel
hun verklaarde beleid, dat slachtoffers een persoon tot steun aanwezig mogen
hebben tijdens het interne disciplinaire proces, vastleggen. De Royal
Commission kan verwachten te horen dat de nieuwe richtlijnen voor de
Servicedesks bepalen dat rijpe minderjarigen nu het recht hebben om een
volwassene die niet hun ouder is ter plaatse bij hen te hebben tijdens een
ondervraging bij het onderzoek naar een beschuldiging van seksueel
kindermisbruik. Echter, de Royal Commission zal horen dat het beleid zwijgt met
betrekking tot het verstrekken van steun aan jongere slachtoffers anders dan
door een ouder tijdens de onderzoeksfase en met betrekking tot ieder
slachtoffer ten tijde van een gerechtelijke hoorzitting.
Rapporteren aan de autoriteiten
30.
Ten vijfde heeft de Royal Commission aanbevolen:
a. dat Jehovah’s
Getuigen alle beschuldigingen van seksueel kindermisbruik waar de aanklager
minderjarig is of waar er een voortdurend risico voor kinderen is, bij de
autoriteiten aangeven; en
b. dat zij actief de
goedkeuring zoeken van volwassen slachtoffers om hun vermeende seksueel
kindermisbruik aan de autoriteiten te rapporteren.
31.
In Case Study 29 heeft Wachttoren Australië 5.000 documenten overlegd bestaande
uit, onder andere, dossiers met betrekking tot 1006 vermeende daders van
seksueel kindermisbruik, teruggaand tot 1950. Ambtenaren van de Royal
Commission hebben deze dossiers beoordeeld en ten gevolge daarvan heeft de
Royal Commission informatie met
betrekking tot 514 vermeende daders doorgezonden naar de politie, op basis van
haar bevoegdheden op grond van artikel 6P (1) van de Royal Commissions Act van
1902.
32.
Van de resterende 492 vermeende daders geïdentificeerd in de dossiers hebben de
ambtenaren van de Royal Commission vastgesteld dat er ofwel onvoldoende bewijs
in de dossiers was om doorverwijzing naar de politie te rechtvaardigen, of dat
de zaken al onder de aandacht waren van de politie.
33.
Jehovah’s Getuigen zullen getuigenis geven dat ze voldoen aan de wet aangaande
verplichte rapportage. De Royal Commission verwacht te horen dat het beleid van
Jehovah’s Getuigen nu voorziet dat het
slachtoffer en haar ouders het absolute recht hebben om melding te doen bij de
autoriteiten. Verder zal de Royal Commission horen dat, bij het reageren op
beschuldigingen van seksueel kindermisbruik, ouderlingen het slachtoffer moeten
informeren, of in het geval van een kind zijn of haar ouders, dat hij of zij
het absolute recht heeft de zaak te melden bij de autoriteiten, en dat hij of
zij zal worden gesteund door de ouderlingen in dat besluit.
34.
De Royal Commission zal het getuigenis horen dat van de 17 beschuldigingen van
seksueel kindermisbruik die de Jehovah’s Getuigen in Australië hebben ontvangen
sinds Case Study 29, ze er 15 aan de autoriteiten hebben gemeld. In de beide
gevallen die niet werden gemeld, kozen de volwassen slachtoffers van vroeger
misbruik ervoor niet te rapporteren, en de organisatie van Jehovah’s Getuigen
hield zich daaraan.
Mijden (uitsluiting)
35.
Ten slotte vond de Royal Commission dat het gebruik van Jehovah’s Getuigen om
leden die zich van de organisatie distantiëren te mijden, slachtoffers in een
onverdedigbare positie brengt. Verwacht wordt dat de Royal Commission zal horen
dat, hoewel het niet het beleid van Jehovah’s Getuigen is om slachtoffers van
seksueel kindermisbruik te mijden, de organisatie er niet in geslaagd is om de
bijzonder verwoestende praktijk van het mijden van slachtoffers, die de
organisatie verlaten vanwege het seksueel misbruik, aan te pakken.
F.
KINDVEILIGE
ELEMENTEN
36.
In juli 2016 publiceerde de Royal Commission 10 elementen die aanwezig moeten
zijn in een kindveilige organisatie, waarnaar ik zal verwijzen als de “Child
safe elements”. Die elementen zijn de volgende:
a. Dat veiligheid
voor kinderen is ingebed in het institutionele leiderschap, bestuur en cultuur.
b. Dat kinderen
deelnemen aan besluitvorming die hen aangaat en dat ze serieus worden genomen.
c. Dat gezinnen en
gemeenschappen worden geïnformeerd en betrokken.
d. Dat gelijkheid wordt bevorderd en diversiteit gerespecteerd.
e. Dat mensen die
met kinderen werken geschikt zijn en ondersteund.
f. Dat processen als reactie op klachten van seksueel
kindermisbruik kindgericht zijn.
g. Dat personeel is uitgerust
met de kennis, vaardigheden en bewustzijn om kinderen veilig te houden door
voortdurend onderwijs en training.
h. Dat fysieke en
online omgevingen de mogelijkheden tot seksueel misbruik minimaliseren.
i.
Dat de uitvoering van kindveilige normen continu herzien en
verbeterd worden.
j.
En dat het beleid en procedures gedocumenteerd zijn om aan te
tonen dat het instituut veilig is voor kinderen.
37.
De Royal Commission verwacht getuigenis te horen dat Jehovah’s Getuigen van
mening zijn dat veel van de kindveilige elementen beperkt toepasbaar zijn op
Jehovah’s Getuigen omdat de organisatie niet werkt met of programma’s of
activiteiten ondersteunt die kinderen scheiden van hun families, noch heeft het
enige posities die toegang geven aan kinderen zonder hun ouders. Dientengevolge
zullen Jehovah’s Getuigen getuigenis geven dat de organisatie geen
institutionele situaties heeft of
aanbiedt die mogelijkheden bieden tot roofzuchtig seksueel gedrag.
38.
De Royal Commission zal getuigenis horen dat de kindveilige normen die door de
organisatie in de gemeenschap van Jehovah’s Getuigen worden bevorderd en
afgekondigd, ontleend zijn aan de Bijbel.
39.
De mate van naleving van de kindveilige elementen door Jehovah’s Getuigen zal
worden onderzocht in de loop van deze hoorzitting.
G.
PRIVESESSIES EN
CORRESPONDENTIE AAN DE ROYAL COMMISSION
40.
Sinds het begin van de Royal Commission zijn er 57 privé sessies gehouden met
slachtoffers van seksueel misbruik binnen de organisatie van Jehovah’s
Getuigen.
41.
Sinds 2015 heeft de Royal Commission meer dan 1165 brieven ontvangen met
betrekking tot Jehovah’s Getuigen en Wachttoren Australië. Deze brieven kwamen
van over de hele wereld, met inbegrip van het Verenigd Koninkrijk, Oostenrijk,
Frankrijk, Duitsland, Italië, Spanje, België, Nederland, Nieuw-Zeeland,
Zuid-Afrika, Brazilië, de Dominicaanse Republiek, Canada en de Verenigde Staten
van Amerika. De inhoud van deze brieven was overweldigend kritisch over de
institutionele reactie van Jehovah’s Getuigen op seksueel misbruik.
H.
VERZOEK OM
INFORMATIE
42.
In november 2016 deed de Royal Commission een oproep aan individuen en
instituten voor informatie met betrekking tot het huidige beleid en de
procedures voor de bescherming van kinderen en kindveilige normen van een aantal
instellingen, waaronder Jehovah’s Getuigen en Wachttoren Australië.
43.
Een aantal inzendingen werd ontvangen. Bijna alle inzendingen riepen op tot
grote veranderingen in het beleid en de procedures van Jehovah’s Getuigen met betrekking tot seksueel misbruik.
44.
Bezorgdheid werd geuit over de institutionele cultuur van het niet melden van
beschuldigingen van seksueel kindermisbruik aan de seculiere autoriteiten en dat
in plaats daarvan ouderlingen intern onderzoek doen naar deze beschuldigingen.
45.
Het verloop van de interne onderzoeken was ook een belangrijk punt van zorg.
Met name de volgende werden beschouwd als de meest problematische beleidszaken
en procedures van het interne disciplinaire systeem van Jehovah’s Getuigen:
a. het vereiste om
slachtoffers te confronteren met hun daders;
b. de toepassing van
de twee getuigenregel;
c. dat vrouwen
afwezig zijn in posities van gezag; en
d. het ontbreken van
een duidelijke voorziening voor een ondersteunend persoon voor het slachtoffer.
46.
De praktijk van het “mijden”, met inbegrip van een slachtoffer van seksueel kindermisbruik die Jehovah’s
Getuigen wil verlaten, werd beschouwd als een van de meest schadelijke
praktijken. Grote zorg kwam ook tot uiting met betrekking tot de praktijk van
terechtwijzing, die het een berouwvolle dader mogelijk maakt binnen een
gemeente te blijven, en daarmee een risico voor herhaling van de misdaad.
47.
De inzendingen uiten ook bezorgdheid dat de Jehovah’s Getuigen nog geen regeling
voor schadeloosstelling hebben vastgesteld of duidelijk maken welke processen
en procedures van toepassing zijn op vorderingen vanwege seksueel kindermisbruik.
48.
Deze zaken zullen in de loop van deze hoorzitting worden onderzocht.
I.
SCHADELOOSSTELLING
49.
Tijdens de openbare hoorzitting van Case Study 29 gaf de heer O’Brien het
getuigenis dat Jehovah’s Getuigen in Australië niet een regeling voor schadeloosstelling
hebben voor slachtoffers van seksueel kindermisbruik, want op dat moment had de
organisatie nooit een verzoek tot schadeloosstelling ontvangen. O’Brien gaf ook
aan dat hij Jehovah’s Getuigen zou aanraden een eigen regeling voor schadeloosstelling
in te stellen, uit zorg aan slachtoffers van seksueel kindermisbruik.
50.
De Royal Commission zal horen dat Jehovah’s Getuigen sinds Case Study 29
schadeloosstelling voor slachtoffers van seksueel kindermisbruik blijven behandelen
per zaak. We zullen naar verwachting ook horen dat het Australische bijkantoor de
details van een landelijke regeling voor schadeloosstelling die de overheid kan
voorstellen uit te vaardigen, zal overwegen.
51.
In november 2016 kondigde de Commonwealth Government een Commonwealth Redress
Scheme (soort algemene regeling voor schadeloosstelling, AS) voor slachtoffers
van seksueel kindermisbruik in institutionele contexten af. De aanpak die
Jehovah’s Getuigen van plan zijn te nemen met betrekking tot deze nationale
regeling van de overheid, zal in deze hoorzitting worden onderzocht.
Angus
Stewart SC
Senior
Counsel Assinsting the Royal Commission
10
maart 2017
Reacties
Een reactie posten